Landschapsfotografie in Nederland: oneindig laagland

13 juli 2023 05:29
redactiezoomnl

Nederland saai en vlak? Niet met de juiste voorgrondelementen en een lucht die de foto kan ‘dragen’. Met wat kennis van het weer, techniek en compositie kun je het Nederlandse landschap op z’n voordeligst uitlichten. In dit artikel lees je hoe je te werk gaat.

De vakantie zit er alweer bijna op, iedereen keert terug van reizen naar meer of minder exotische bestemmingen. Dat is echter geen reden om de camera met de zwembroek op te bergen, want ook het Nederlandse landschap heeft ons veel te bieden. Dichter Henk Marsman had het in 1936 al over ‘brede rivieren die traag door oneindig laagland gaan en rijen ondenkbaar ijle populieren die als hoge pluimen aan de einder staan’. En wat te denken van de typisch Hollandse wolkenluchten die al eeuwenlang Hollandse meesters als Jacob van Ruisdael inspireerden tot prachtige schilderijen? 

Voorbereiding en locatie

Een landschap kan nog zo mooi zijn, een mooie foto maak je er pas van als de omstandigheden goed zijn. Dan wordt een doorsnee landschap ineens mooi, en een mooi landschap prachtig. Natuurlijk kun je het van het geluk laten afhangen of je op het juiste moment op de juiste plek bent. Beter is het je terdege voor te bereiden en zo je kansen te maximaliseren.

Het begint met de locatie die je wilt fotograferen. Ideeën daarvoor kun je de hele dag door verzamelen. Door op internet foto’s van anderen te bekijken, maar vooral ook onderweg tijdens een wandeling, op de fiets naar je werk of vanuit de trein. Maak een lijstje van die plekken en probeer je voor te stellen hoe ze er in andere, betere omstandigheden uitzien.

Als de juiste omstandigheden zich voordoen, kun je snel naar de juiste plek gaan. Wanneer dat gaat gebeuren, is tot op zekere hoogte prima te voorspellen. Met wat meteorologische basiskennis weet je wanneer en waar er grondmist kan ontstaan, dat noordenwind meestal schone lucht en knisperend helder licht oplevert, dat Sahara-zand in de atmosfeer tot fantastisch gekleurde luchten kan leiden, en dat aan de rand van een onweersbui (zie buienradar) spectaculaire wolkenluchten te vinden zijn. Websites en apps als Buienradar of WeatherPro zijn voor de landschapsfotograaf daarom bijzonder waardevol.

Foto: John9999

Apparatuur

Landschapsfoto’s kun je in principe met elke camera maken. Compactcamera’s hebben een relatief kleine beeldsensor. Het voordeel daarvan is dat de scherptediepte bij een gelijke compositie groter is dan bij een camera met een grotere sensor. Meestal wil je het hele landschap van voor tot achter scherp op de foto krijgen. Een kleine sensor geeft wel eerder ruis in je foto’s, maar omdat je met lage iso-waarden werkt, hoeft dat geen probleem te zijn.

Het voordeel van een camera met verwisselbare lenzen is dat je filters kunt gebruiken om het contrast in helderheid in je foto terug te brengen. Voor weidse landschappen met imposante wolkenluchten is het fijn als je de beschikking hebt over een groothoeklens of groothoekstand. Met een lichte telelens kun je juist elementen uit het landschap isoleren voor intiemere, minder dramatische beelden.

Werk je met verwisselbare lenzen, dan is de snelheid (maximale diafragma) ervan niet zo belangrijk. Meestal fotografeer je landschappen met een kleine diafragma-opening. Het enige voordeel van een snelle lens is dan dat het zoekerbeeld helderder zal zijn. Het megapixelgetal van je camera is al snel voldoende, alle moderne camera's hebben meer dan genoeg pixels om zelfs na een uitsnede nog groot te kunnen afdrukken. Voor een haarscherpe afdruk van 60x40 cm kun je al volstaan met 12 megapixel.

Verder is het fijn als je camera een statiefaansluiting heeft, want voor landschapsfotografie is een statief onontbeerlijk. Je zult vaak op momenten van de dag fotograferen dat het licht weliswaar mooi, maar beperkt van helderheid is. Uit de hand fotograferen zal dan teleurstellend onscherpe foto's opleveren. Voor landschapsfotografie gebruik je meestal geen zware lenzen, dus hoef je niet meteen een loodzwaar statief aan te schaffen.

Ten slotte is een polarisatiefilter een zeer nuttig accessoire voor de landschapsfotograaf. Het maakt blauwe luchten donkerder en het contrast met de witte wolkjes groter. Ideaal voor oer-Hollandse luchten dus. Daarnaast haalt het filter reflecties weg op bladeren en stenen, waardoor de kleuren meer verzadigd raken. Andersom kun je aanwezige reflecties ook versterken, wat weer bruikbaar is als je aan de waterkant staat en je onderwerp perfect spiegelt in het rimpelloze water van een ven, meer, vaart of sloot.

Foto: M1rphotography

Compositie

Met uitzondering van Zuid-Limburg is Nederland een behoorlijk plat land. Dat betekent dat er geen hoogteverschillen zijn die als vanzelf diepte aan je foto’s kunnen geven en geen bergen die als ankerpunt aan de horizon kunnen dienen. Een pakkende landschapsfoto is in Nederland daarom moeilijker te maken dan in landen als IJsland, Noorwegen of Zwitserland. Het positieve is dat als het je eenmaal lukt in Nederland, het je in een land met meer reliëf gemakkelijk af zal gaan.

De eenvoudigste oplossing is de horizon laag in beeld te plaatsen. Als de voorgrond niet de moeite waard is, laat je die toch gewoon grotendeels uit beeld? Je hebt dan natuurlijk wel een lucht nodig die dermate interessant is dat deze de foto kan ‘dragen’.

Wil je toch de voorgrond laten zien, dan zul je beter je best moeten doen om tot een sterke compositie te komen. Grazende koeien of schapen kunnen een anders saaie voorgrond boeiend maken. Zijn die er niet, dan helpt het om je statief maximaal uit te schuiven en dus vanaf een hoog standpunt te fotograferen. Je kijkt dan als het ware op de voorgrond neer waardoor de daar aanwezige lijnen (in het zand of vegetatie) zichtbaar worden. Deze lijnen kun je dan gebruiken om het oog naar de achtergrond te leiden. Die achtergrond moet liefst ook een ankerpunt bieden, iets waar het oog kan blijven hangen. Een molen, een kerktoren, een karakteristieke boom. Een landschapsfoto hoeft echt niet altijd verstoken te blijven van menselijke elementen. In een drukbevolkt land als Nederland is het lastig een volledig natuurlijk landschap te fotograferen. Een cultuurlandschap is ook een landschap.

Het voordeel van een statief is dat je rustig je compositie kunt controleren en finetunen. Voorkom dat takken of paaltjes aan de randen in beeld steken en zo de aandacht weghalen bij het eigenlijke onderwerp. Probeer een balans te vinden tussen de verschillende hoofdonderwerpen in je foto. Als je een leeg landschap fotografeert met enkel een struik en een boom, en beide onderwerpen staan links in beeld, dan zal je foto voor het gevoel van de kijker scheef hangen. Door een paar stappen opzij te doen plaats je de struik rechts en de boom links, waardoor de foto veel meer in balans is en prettiger kijkt. Bevind je je aan een stil water en heb je een mooie wolkenlucht, plaats de horizon dan gerust in het midden voor een perfecte reflectie. Let in dat geval extra goed op dat je camera waterpas staat.

Veruit de meeste foto's worden horizontaal gemaakt. Voor het in beeld brengen van weidse landschappen is dat vaak de beste keuze. Als het landschap weinig te bieden heeft en de lucht alle aandacht verdient, maak dan ook eens een verticale opname. Een kleine kerktoren onderin beeld met een enorme en dramatische wolkenlucht erboven geeft een bijzonder, haast dreigend effect. Let wel op, want als je de camera te veel kantelt om maar zoveel mogelijk lucht in beeld te krijgen, kan vertekening optreden. Rechte lijnen trekken schuin en dat zul je achteraf in de software moeten corrigeren.

Foto: Dick Jeukens

Instellingen

Meestal wil je een landschap van voor tot achter scherp afbeelden. De scherptediepte moet daarom optimaal zijn. Dat bereik je door een klein diafragma te kiezen als F 16 en scherp te stellen op een punt dat ongeveer op een derde van de diepte van je landschap ligt. Nog beter is gebruik te maken van de hyperfocale afstand. Dat is de afstand die voor een gegeven brandpunt en diafragma de maximale scherptediepte oplevert. Stel je op die afstand scherp, dan wordt alles van de helft van die afstand tot aan oneindig alles scherp weergegeven. Er zijn diverse gratis apps te vinden die de berekening voor je maken. Stel liefst met de hand scherp, als het kan met de scherpstelschaal op je lens. Je kunt de scherpte dan precies op de juiste afstand leggen. Heb je een scherptediepte-previewknop op je camera? Gebruik die dan om te controleren of alle belangrijke onderwerpen in je compositie voldoende scherp worden weergegeven.

Kies liefst een lage iso-waarde. Daarmee voorkom je ruis en krijg je de best mogelijke weergave van de kleuren en kleurverlopen (zoals in de lucht). Omdat je werkt met een kleine diafragmaopening en een lage iso-waarde, zal de sluitertijd automatisch relatief lang worden. Als vuistregel kun je uit de hand werken tot de sluitertijd die je krijgt als je 1 deelt door het brandpunt. Bij een groothoeklens dus ongeveer 1/25 seconde. Heeft je lens beeldstabilisatie, dan kan het 1 of 2 stops langer. Voor echt lange sluitertijden gebruik je liefst een statief en een afstandsbediening. Je sluit dan elke trilling en kans op onscherpte uit. Het alternatief is je camera op een paaltje of dikke tak te leggen, al ben je dan beperkt in je standpuntkeuze.

Fotografeer als je camera het toelaat in raw, dan heb je straks in de nabewerking meer speelruimte om je foto's helemaal naar je zin te maken. Met jpg heb je minder schuifjes om aan te trekken en bovendien heeft de kwaliteit van de foto eerder te lijden van de bewerkingen die je erop loslaat.

Omdat het diafragma in de landschapsfotografie het belangrijkst is, kun je best in diafragmavoorkeuze werken. Stel bijvoorbeeld F 16 in en laat de camera de sluitertijd kiezen. Zolang je met het licht mee fotografeert, zal de camera weinig moeite hebben met een correcte belichting. Bij zonsopkomst en zonsondergang vind je de mooiste kleuren meestal daar waar de zon opkomt of ondergaat. Je fotografeert dan tegen het licht in, wat veel lastiger is voor de lichtmeter van je camera. Heb je veel lucht in beeld, dan zul je waarschijnlijk een beetje moeten overbelichten.

Voor extra diepte in je foto kun je gebruikmaken van strijklicht. De zon komt dan van links of rechts en de schaduwwerking laat structuren mooi uitkomen. Extra voordeel: een polarisatiefilter heeft het sterkste effect als de lens in een hoek van 90 graden ten opzichte van de lichtbron wordt gericht. Ook met zijlicht zul je meestal een klein beetje moeten overbelichten.

Controleer je belichting altijd aan de hand van het histogram en niet op basis van de weergave op het lcd van je camera. De helderheid van het display kun je immers zelf instellen. Bedenk tegelijkertijd dat er niet zoiets bestaat als ‘de’ juiste belichting. Je bepaalt als fotograaf zelf hoe helder of donker je de foto maakt. Een onweerslucht komt bijvoorbeeld veel mooier en dreigender over als de foto niet te licht is. Net als dichters en schilders heb je als fotograaf de volledige vrijheid het landschap naar jouw interpretatie en gevoel weer te geven!

Foto: Sparkle King Creations

Nabewerking

Elke foto kan een goede nabewerking gebruiken, en dus ook een landschapsfoto. Maak je je foto’s in raw, dan ontkom je er niet aan in software als Lightroom of Photoshop contrast, verzadiging en scherpte in je foto’s te brengen. In het jpg-formaat heeft de camera die bewerkingen al voor je op de foto’s losgelaten. Maar ook dan kan een beetje extra contrast of verzadiging of een andere witbalans de foto nog beter maken.

Andere bewerkingen die je bij landschapsfoto’s regelmatig zult toepassen. zijn kleine uitsneden om oneffenheden aan de randen te verwijderen, het klonen van stofjes op de sensor (extra zichtbaar bij een kleine diafragmaopening!) of vliegtuigstrepen en het rechtzetten van de horizon.

In de meeste software heb je ook de mogelijkheid een grijsverloopfilter toe te passen. Eenmaal uitgebeten hoge lichten of dichtgelopen schaduwen kun je er niet mee redden, maar het is een ideaal middel om helderheden te finetunen, bijvoorbeeld door de lucht net iets donkerder en contrastrijker te maken.

Het effect van een polarisatiefilter kun je in de nabewerking niet helemaal nabootsen. Je kunt luchten wel achteraf donkerder maken, maar het wegnemen van hinderlijke reflecties is met geen enkele software mogelijk. Gebruik dit filter dus als het even kan in het veld.

Foto: Deshamer

Locaties

Vraag een buitenlandse toerist naar het Nederlandse landschap en de kans is groot dat in het antwoord het woord ‘molen’ voorkomt. Een van de meest typisch Nederlandse landschappen vind je daarom in het Zuid-Hollandse Kinderdijk. Een mooi open polderlandschap met aan weerskanten van het water een rij oer-Hollandse molens. Je hebt naar alle kanten vrij zicht, dus zowel bij zonsopkomst als zonsondergang kun je je hier uitleven. Zoom in op de molens zelf of ga voor een weidser beeld waarbij je het water en het wuivende riet in de voorgrond in je compositie betrekt.

Grijsverloopfilter

Als je landschappen gaat fotograferen, zul je er al snel achter komen dat als het licht het mooist is, het contrast tussen lucht en voorgrond erg groot is. Juist als de zon laag aan de horizon staat, vangt de lucht nog veel licht en de voorgrond bijna geen. Anders dan onze ogen kunnen onze camera’s niet met dat grote verschil in helderheid omgaan. Het gevolg: een correct belichte voorgrond met een uitgebeten lucht óf een correct belichte lucht met een veel te donkere voorgrond. In de nabewerking is dit nauwelijks te repareren.

Gelukkig bestaan er grijsverloopfilters. Dat zijn glazen of kunststof filters met een donkergrijze bovenkant en een doorzichtige onderkant. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende dichtheden, van 1 tot 3 stops, en met een hard en een zacht verloop. Afhankelijk van het verschil in helderheid tussen lucht en voorgrond kies je de sterkte van het filter. Een hard verloop gebruik je bij een vlakke horizon, zoals aan de kust. Een zacht verloop gebruik je als de horizon ongelijk is of als er voorwerpen de horizon doorbreken, zoals een boom.

Door deze filters voor je lens te plaatsen kun je de helderheid van de lucht dempen en zo het hele landschap binnen het zogenaamde dynamisch bereik van je camera brengen.

Foto: Elroyspelbos