Review - Sony A9 III

25 januari 2024 09:35
redactiezoomnl

De Sony A9 III is een professioneel werkpaard, bedoeld voor de actie- en sportfotograaf. De A9 III heeft namelijk een unieke ‘Global Shutter’-sensor zonder black-outtijd, goed voor 120 beelden per seconde mét autofocus. Het resultaat: een razendsnelle camera.

Een camera zonder ‘black-outs’ waarmee je supersnel kunt fotograferen terwijl de AF altijd blijft werken, wie wil dat nou niet …? Met name bij sportfotografie, maar bijvoorbeeld ook bij vliegende vogels of rennende dieren, kan black-out (het moment waarop je even je onderwerp kwijt bent omdat de sluiter open- en dichtgaat) irritant zijn. Bij spiegelreflexcamera’s met hun opklappende spiegel was dit een beruchte handicap. Bij het gros van de systeemcamera’s is dit probleem ondertussen onder de knie dankzij predictieve autofocus (de software voorspelt waar het onderwerp naartoe beweegt) én door de sensor als sluiter te gebruiken, wat de black-outtijd minimaliseert. Bij zo’n elektronische sluiter loop je echter het risico op het zogenaamde ‘rolling-shutter-effect’: het beeld kan iets vervormen tijdens de opname doordat bij een klassieke sensor de pixelrijen van boven naar beneden een voor een belicht en uitgelezen worden. 

Global shutter

In de Sony A9 III is dit opgelost met de Exmor RS ‘Global Shutter’-beeldsensor. De term ‘global’ slaat hierbij niet op de aardbol, maar op het alomvattend belichten en uitlezen van de sensorinformatie. In plaats van per pixelrij doet de A9 III dit dus in één klap. Cmos-sensoren met global shutters bestaan al even, maar waren niet geschikt voor fotocamera’s door hun gebrek aan snelheid en dynamisch bereik.

Door een nieuw ontworpen ‘stacked’ (uit gestapelde lagen opgebouwde) cmos-sensor met een ingebouwd geheugen per pixel kan het bij de A9 III nu wél. Heel simpel omschreven: iedere fotodiode op de sensor heeft nu een minibuffer die het signaal opslaat, waarna alle buffertjes tegelijk worden uitgelezen en verwerkt door de beeldprocessor. Die extra buffertjes nemen echter zelf geen licht op, waardoor de basis-iso-waarde toeneemt en het dynamisch bereik afneemt (de sensor is minder lichtgevoelig). Dit is de reden dat de Sony A9 III een basis-iso-waarde van 250 heeft. Hierdoor kan wel iets meer ruis ontstaan dan bij een basiswaarde van iso 100 (zoals bij het vorige model: de A9 II). Maar in praktijk hoeft dat geen problemen te geven, aangezien veel sportfotografen sowieso vaak met hogere iso-waarden werken.

Een global shutter heeft als bijkomend voordeel dat je met iedere sluitertijd kunt flitsen. Ook heb je geen last meer van ongelijkmatige belichting bij snel knipperende verlichting zoals ledverlichting en tl-balken (denk aan verlichte sporthallen), doordat de pixels niet meer afzonderlijk uitgelezen worden. In combinatie met een kortste sluitertijd van 1/80.000 seconde (1/16.000 seconde bij continu-opnamen) biedt Sony met de A9 III dus een heel krachtig werkpaard voor de actiefotograaf, zowel buiten als binnen.

De nieuwste BIONZ XR-processor is bovendien achtmaal zo snel als de versie in de A9 II, en dat is behalve bij de sensoruitlezing ook een voordeel bij de automatische scherpstelling. Het AF-systeem is volgens Sony in staat om tot 120 keer per seconde te berekenen hoe het onderwerp door je beeld beweegt, waardoor je dus 120 beelden per seconde kunt schieten mét AF en AE. 

In de praktijk

Wij testten de A9 III inclusief de nieuwe VG-C5 verticale batterijgreep. Als objectief werd de 70-200mm F2.8 meegeleverd: een ‘sportsetje’. Helaas waren er in de laatste week van december weinig actiesportevenementen, maar het waaide wel hard. Aan de Haagse kust waren de kitesurfers dus in hun element. Kitesurfers bewegen grillig door de golven, waardoor we de automatische AF-tracking met ‘lock-on’ goed konden uittesten. De A9 III pikte zeer snel het onderwerp op, en dankzij de 759 fasedetectiepunten over het gehele sensoroppervlak hield de AF de surfers keurig in beeld. In praktijk bleek er in een serie van twintig foto's niet één mis, en dat is best indrukwekkend. De vijfassige beeldstabilisatie pareerde daarnaast zonder morren de af en toe pittige windvlagen.

De ergonomie is eveneens dik in orde. Je hoeft dankzij de grote instelknoppen overal op de camera niet meer voor iedere wijziging het cameramenu in te duiken, zoals bij veel A7-modellen (al zit het secundaire instelwiel achterop voor mensen met dikke vingers wellicht iets te dicht op de AF-on-knop). Resultaat: een fijne middag fotograferen met volop geslaagde beelden.

Ook bij weinig licht presteert de Sony A9 III uitstekend. Tot iso 6400 komen er brandschone jpeg-foto’s uit de camera rollen. Daarboven merk je iets minder detaillering omdat de ruisonderdrukking z’n werk gaat doen, maar zelfs iso 12.800 is in de praktijk acceptabel. Als je de raw-bestanden opent en iets onderbelichte beelden handmatig op schaduwtinten en hooglichten corrigeert, zie je dat de plaatjes net een fractie minder ‘strak’ worden dan bij concurrenten met een vergelijkbaar pixelaantal: in de fijne details treedt iets meer ruis op. Bij een jpeg-foto wordt dit ‘weggewerkt’ door de camerasoftware van de A9 III en merk je het dus niet zo snel. 

Conclusie

Sony mikt met de A9 III op actie- en sportfotografen en schiet daarmee volledig in de roos. Critici zullen opmerken dat 25 megapixels wat weinig is in vergelijking met concurrent Nikon Z 9 en dat de ‘base iso’ op 250 ligt, maar de doelgroep zal er probleemloos mee uit de voeten kunnen. Landschapsfotografen kunnen beter een andere Sony-fullframe-camera aanschaffen, die meer gericht is op absolute beeldkwaliteit dan op snelheid, want de A9 III is een echte sportcamera.