Tips - Je eigen daglichtstudio in huis

10 april 2024 09:55
redactiezoomnl

Bij een fotostudio denk je al snel aan een grote ruimte waarin allerlei studiolampen, lampstatieven en immense softboxen staan opgesteld. Je kunt ook in een fotostudio werken met natuurlijk licht. Hoe richt je thuis een daglichtstudio in, welke accessoires komen hierbij van pas en op welke manier ga je vervolgens te werk? Je leest het hier!

Bij jou thuis heb je vast wel een aantal mogelijkheden om bij natuurlijk licht te fotograferen. Elk raam is een lichtbron, en elke ruimte kan je studio zijn!

Dit artikel komt uit de volledige Cursus Lichttraining door Michiel Fischer in Zoom Academy. Alles leren over de basis van fotografie en lichttraining? Bekijk de gehele cursus!

Volg het licht

In huis heb je overdag altijd een bepaalde hoeveelheid daglicht, dus waarom zou je dat niet benutten door thuis een mooie daglichtstudio in te richten? Als je er de ruimte voor hebt, kun je een kamer of een gedeelte ervan permanent inrichten als fotostudio. Of je kunt je daglichtstudio mobiel houden door deze pas in gereedheid te brengen wanneer je een fotoshoot wilt doen. Dit laatste lijkt wat meer werk, maar heeft als extra voordeel dat je de studio elke keer op de meest gunstige plek in huis kunt opbouwen.

In een daglichtstudio is daglicht extreem belangrijk, vandaar dat je de studio opbouwt op een plek waar je optimaal van het daglicht gebruik kunt maken. Concreet betekent dit dat je op zoekt gaat naar een plek met ramen. Hoe meer en hoe groter, hoe beter. Nu zul je niet op elke plek in huis zomaar een fotostudio kunnen of willen inrichten, maar ga in ieder geval op zoek naar een plek met zo gunstig mogelijke omstandigheden.

Een plek dicht bij een groot raam is ideaal voor een daglichtstudio.
Manon Möller, manonmoller.zoom.nl
Sony A7 III · ISO 80 · F 7,1 · 1/125 SEC · 35 MM

Ligging

Bij een ligging op het zuiden kun je maximaal profiteren van het zonlicht, omdat de zon daar elke dag aan je voorbijtrekt. Is de ligging juist op het noorden, dan blijft de felle zon uit beeld, maar heb je gedurende de dag wel een veel constantere hoeveelheid licht. Richting het oosten en westen wisselt de hoeveelheid licht sterk gedurende de dag, omdat de zon daar elke dag maar een tijdje zichtbaar is.

In een daglichtstudio is het raam jouw studiolamp. Staat de zon in beeld, dan heb je te maken met een kleine, maar wel zeer felle lichtbron. Dat zorgt voor keihard licht en diepe donkere schaduwen. Dat contrast is voor de meeste doeleinden veel te groot. Een simpele truc om dit licht diffuser en zachter te maken, is door de vitrage te sluiten. Als je die niet hebt, hang je een dunne witte doek voor het raam. Dat werkt als een diffusor. De kleine, felle zon tover je zo om tot een groot en egaal verlicht vlak. Een natuurlijke softbox!

Het raam met daglicht is jouw studioverlichting.
Nathalie van Es, nathalievanes.zoom.nl
Canon 6D · ISO 200 · F 2,8 · 1/320 SEC · 50 MM

Recht tegenover het raam valt nu mooi zacht licht op bijvoorbeeld een witte muur. Dat licht is gelijkmatig verdeeld, zolang de muur nagenoeg parallel aan het raam loopt. Op een muur die haaks op het raam staat, zal het licht juist een verloop krijgen. Pal naast het raam is het licht feller dan achter in de kamer. Dat verloop is met het blote oog vaak niet te zien, maar op een foto wel waarneembaar. Hier kun je goed gebruik van maken door een model of product expres dichter bij het raam of er juist verder vandaan te plaatsen, al naar gelang je harder of zachter licht nodig hebt.

Achtergrond

Heb je een eigen ruimte die je als permanente daglichtstudio inricht? Dan is het een idee om de muren een matte witte kleur te geven. Daarmee tover je de volledige ruimte om tot één grote softbox. Het licht dat via het raam binnenkomt, wordt dan namelijk door alle muren en het plafond gereflecteerd. Zo wordt zacht licht vanuit alle richtingen teruggekaatst richting het onderwerp. Dit betekent dat ook de schaduwzijde, dus de kant die van het raam af is gericht, nog steeds een behoorlijke hoeveelheid licht vangt. Kies in geen geval voor gekleurde muren, want hiermee krijg je gegarandeerd nare kleurzwemen op je studiofoto’s!

Gaat het om een verplaatsbare daglichtstudio, dan schilder je vast niet al je muren wit. Is er toevallig een witte muur in de buurt, dan kun je daar natuurlijk goed gebruik van maken. In andere gevallen kun je prima een grote lap witte stof ophangen. Die stof moet je dan wel goed strak spannen, want er mogen geen kreukels of rimpels te zien zijn. Daglicht is namelijk niet sterk genoeg om deze oneffenheden volledig onzichtbaar te maken. Daar heb je een extra licht op de achtergrond voor nodig. Dat lukt wel als je met studiolampen of flitsers werkt, maar die gebruiken we hier niet. Een paar kleine oneffenheden werk je wel eenvoudig weg in de nabewerking, maar het moet ook weer geen monnikenwerk worden.

Zorg dat de achtergrond mooi glad is, zonder kreukels en vouwen.
Chris Van den Bergh, marchristan.zoom.nl
Sony A7 III · ISO 100 · F 8 · 1/250 SEC · 34 MM

Ook kun je een papieren achtergrondrol gebruiken. Je hebt rollen in verschillende breedtes, dus ook voor een daglichtstudio en voor onderwerpen van elk formaat. Je hebt hier wel een ophangconstructie voor nodig. Die bestaat uit twee hoge statieven met een stang ertussen voor de papierrol. Zodra het papier na verloop van tijd vies wordt, verfrommelt of scheurt, draai je simpelweg een onberispelijk stukje nieuw papier omlaag. Met wit kun je alle kanten op. Het wordt veel gebruikt voor portretten en productfoto’s. Je mag natuurlijk ook een andere kleur kiezen of voor structuur of een patroon gaan. Dat geldt zowel voor een stuk stof als voor een papierrol.

Je hoeft zeker niet altijd voor een strak witte achtergrond te kiezen, als de achtergrond maar bij de sfeer van het portret past.
Carola Kayen-Mouthaan, dutchbeautyfotografie.zoom.nl, Model: Anne van Oers
Canon EOS 5D Mark III · ISO 125 · F 10,0 · 1/100 SEC · 65 MM

Richting van het licht

Hoe stel je het onderwerp op in je daglichtstudio? Dat hangt vooral af van de manier waarop je het licht wilt gebruiken. Laat je het licht recht van voren op een onderwerp vallen, dan wordt het aan die zijde netjes egaal verlicht. Het maakt niet uit of het om een model gaat, een product of iets anders. Door deze egale verlichting heb je amper schaduwvorming en vallen onregelmatigheden in bijvoorbeeld iemands huid, maar ook op het oppervlak van een voorwerp nagenoeg niet op. Het is daarmee een soort beauty-verlichting. Je zult wel (ongeveer) tussen raam en onderwerp plaats moeten nemen om in de foto het licht van voren te krijgen, dus let op dat jouw schaduw niet op het onderwerp valt.

Komt het licht meer vanaf de zijkant, dan heb je juist met een hoger contrast te maken. Want zodra iets of iemand een tikje schuin of zelfs haaks op het raam staat, valt het daglicht vooral op één zijde van het gezicht. De andere gezichtshelft zal nu in een bepaalde mate donkerder worden. Daar krijg je immers schaduwen te zien, plus een mooi lichtverloop op de grens tussen licht en donker. De foto krijgt hierdoor automatisch meer dieptewerking. Experimenteer met de hoek van het onderwerp ten opzichte van het raam, en die van jou ten opzichte van het onderwerp (en het raam), om de gewenste balans tussen licht en schaduwwerking op te zoeken.

In zeer lichte ruimtes zal zelfs in schaduwgebieden best nog veel licht vallen, maar wel altijd zichtbaar minder. Denk aan een fotostudio met witte wanden en plafond, die het licht binnen in de ruimte heen en weer kaatsen. Naarmate een ruimte donkerder is of de afstand tot de lichte muren (te) groot wordt, worden de schaduwen alsmaar dieper.

Komt het licht meer vanaf de zijkant, dan ontstaat er meer dieptewerking door schaduweffecten.
René Kuipers, renekuipers.zoom.nl, Model: Enola van der Velde
Canon EOS 5D Mark III · ISO 200 · F 1,6 · 1/80 SEC · 85 MM

Gebruik een reflector

Heb je de ideale hoek gevonden waarbij het onderwerp er perfect uitziet, maar vind je de schaduwen toch net wat te donker? Gebruik dan een reflectiescherm om alleen die donkere gebieden wat lichter te maken. Het reflectiescherm plaats je aan de donkere zijde van je model of het voorwerp. Vervolgens richt je het zo dat de schaduwen precies voldoende worden opgelicht. Het scherm kun je ergens tegenaan zetten, door iemand laten vasthouden of met een speciale klem op een lampstatief plaatsen.

Een witte reflector geeft doorgaans het mooiste en meest natuurlijke resultaat. Je kunt ook kiezen voor zilverkleurig, goud of een combinatie hiervan (zebra). Zilverkleurig is vaak net iets te fel en kan voor nare schitteringen zorgen. Goud geeft het gereflecteerde licht een warme tint, wat meestal ongewenst is. Zebra is een mooi compromis tussen de twee.

Andersom kan het gebeuren dat schaduwen niet diep genoeg zijn, omdat er te veel licht op komt via de reflectie van bijvoorbeeld een naastgelegen muur. In dat geval plaats je er geen reflector naast, maar een zwart vlak waarmee je plaatselijk het licht tegenhoudt. Hier kun je matte zwarte stof of karton voor gebruiken. Net als een reflector moet je het zwarte vlak natuurlijk wel buiten beeld houden.

Mocht een schaduw te diep worden, gebruik dan een reflector om dat gebied plaatselijk in te vullen.
Dennis van den Heuvel, dvdh.zoom.nl, Model: Bram
Fujifilm XT20 · ISO 400 · F 4,0 · 1/110 SEC · 33 MM

Tegen het licht in

Tegen het licht in fotograferen is ook nog een optie. Doordat je nu moet overbelichten om te voorkomen dat een onderwerp zoals een model in een silhouet verandert, wordt het raam op de achtergrond vanzelf overbelicht. Vooral als je een vitrage of diffusor voor het raam hebt hangen, verandert dat in een mooi egaal lichtvlak. Bij fel daglicht gebeurt dat mogelijk ook wanneer je niets voor het raam hebt hangen. Als bonus ontstaat een prachtig rimlicht waarmee je de contouren van het lichaam accentueert en het haar mooi laat oplichten. Gebruik een reflector om een deel van het binnenvallende daglicht alsnog naar de voorzijde van je model terug te kaatsen. Daardoor gaat het portret nog meer sprankelen.

Rimlicht accentueert contouren en laat het haar oplichten.
Sylvia Jansen, syljan.zoom.nl
Canon EOS 500D · ISO 200 · F 4.0 · 1/100 SEC · 80 MM

Optimale camera-instellingen

Welke camera-instellingen gebruik je in een daglichtstudio? Laten we beginnen met het diafragma. Bij een model zul je al snel voor een grote lensopening kiezen, omdat je bij dit soort foto’s meestal met een kleine scherptediepte werkt om delen van de foto mooi wazig te maken. Dat is goed nieuws, want dankzij een groot diafragma zoals F 1,4 of F 2,8 maak je optimaal gebruik van het aanwezige daglicht.

Dankzij een grote lensopening kun je selectief met scherpte werken.
Rosalie van den Kerckhove, rose-78.zoom.nl
Canon EOS 6D · ISO 320 · F 4,5 · 1/160 SEC · 85 MM

Plaats het onderwerp niet pal tegen de achtergrond, maar juist een stukje ervoor. Door wat afstand te nemen, zal de achtergrond net iets waziger op de foto komen. Dat is vooral belangrijk als je geen effen achtergronddoek gebruikt, maar iets met structuur of een patroon. Verder voorkom je hiermee dat het model een diepe schaduw op de achtergrond werpt.

Bij een redactioneel portret kies je meestal een kleinere lensopening, om de omgeving enigszins herkenbaar op de foto te krijgen. Een kleinere lensopening betekent helaas ook meteen dat er minder licht op de sensor valt. Minder licht betekent dat je langer moet belichten. De sluitertijd wordt dus langer. Het helpt dan om een statief te gebruiken om trillingen van de camera te voorkomen. Maar omdat je mensen fotografeert, die nooit helemaal stil kunnen staan, moet je sluitertijd toch kort genoeg blijven om ze scherp op de foto te krijgen.

Met een kleinere lensopening (hoger diafragmagetal) krijg je meer van de omgeving scherp in beeld.
Rogier Kwikkers, rogierkwikkers.zoom.nl
Nikon Z 7 · ISO 64 · F 10,0 · 1/160 SEC · 39 MM

Iso-waarde

Dan hebben we de iso-waarde nog. Samen met het diafragma en de sluitertijd bepaalt dit of de foto juist belicht wordt. In principe wil je de iso-waarde zo laag mogelijk houden, omdat je dan de hoogste beeldkwaliteit krijgt met de minste ruis. Bij portretfoto’s kan dat vaak door een grote lensopening te gebruiken.

In de praktijk zul je vaak niet de allerlaagste iso-waarde kunnen gebruiken, omdat het daglicht daar niet altijd sterk genoeg voor is. Je bent nu eenmaal afhankelijk van het licht van de dag: daglicht is geen studioflitser die je naar wens harder en zachter kunt zetten. Een wat hogere iso-waarde is op de camera’s van tegenwoordig gelukkig geen enkel probleem. Probeer wel te voorkomen dat je de allerhoogste waardes nodig hebt. In dat geval is het beter om alsnog voor een ander diafragma en/of sluitertijd te kiezen.

De juiste kleuren

Ook de witbalans is belangrijk. In een daglichtstudio kan het licht elke dag anders zijn en daarmee wisselt ook de kleurtemperatuur. Daarnaast maak je het licht diffuser met vitrage of een witte doek voor het raam, en ook die kunnen een lichte verkleuring veroorzaken. Het is daarom verstandig om een witbalanskaart te gebruiken. Die geef je aan je model of plaats je tegen een product aan, en dan maak je een foto. Daarna haal je het kaartje weer weg en ga je aan de slag. In de nabewerking gebruik je het pipet van het witbalansgereedschap om de juiste kleuren in te stellen.

Een kleurreferentiekaart gebruiken in plaats van een witbalanskaart kan ook. Deze kaart heeft allemaal kleurvlakjes, zodat je achteraf individuele kleuren kunt finetunen.

Maak in een daglichtstudio alleen gebruik van het natuurlijke omgevingslicht en zorg dat eventuele verlichting is uitgeschakeld. Want zodra je meerdere lichtbronnen tegelijk hebt, krijg je onherroepelijk kleurzwemen te zien.

Een witbalanskaart is niet noodzakelijk, maar maakt het later wel makkelijker om de gewenste kleuren te krijgen.
Carola Kayen-Mouthaan, dutchbeautyfotografie.zoom.nl
Canon EOS 5D Mark III · ISO 125 · F 4,5 · 1/100 SEC · 47 MM
Model: Anne van Oers. Achtergrond gemaakt door: Andreas Romijn

Veranderlijk licht

Waar je in een daglichtstudio goed rekening mee moet houden, is dat het licht niet altijd constant is. Daglicht verandert gedurende de dag, varieert over de seizoenen en is ook nog eens sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Dat is dus heel anders dan wanneer je studioverlichting gebruikt, want dan heb je het licht altijd honderd procent onder controle en bepaal jij exact hoeveel licht er waar valt.

Op een zwaarbewolkte dag heb je nu eenmaal veel minder daglicht tot je beschikking dan op zonnige dagen. En ook als het mooi weer is, wordt het alsnog donkerder in huis zodra er een paar wolken voor de zon schuiven. Hier moet je dan ook goed op blijven letten en dynamisch op inspringen, door op tijd je camera-instellingen aan te passen. Gelukkig is het dus geen belemmering om alsnog prachtig belichte foto’s te maken in jouw daglichtstudio.

In een daglichtstudio heb je niet altijd hetzelfde licht, profiteer daarom van de momenten met het beste licht.
Rosalie Van den Kerckhove, rose-78.zoom.nl
Canon EOS 6D · ISO 160 · F 3,5 · 1/200 SEC · 85 MM

Bovendien kun je altijd nog wat grip houden op de hoeveelheid daglicht door het moment van je fotoshoot slim te plannen. Houd bijvoorbeeld het weerbericht goed in de gaten, zodat je ­fotoshoot niet toevallig op die ene dag met zware bewolking valt. Maak vooral ook gebruik van de tijdstippen waarop het beste daglicht door het raam in jouw fotostudio valt. Kijk daarnaast regelmatig uit het raam of werp een blik op de satellietbeelden om te bepalen wanneer de dikke bewolking weer wegtrekt of hoelang je nog kunt profiteren van een blauwe lucht met stralende zon.

De foto’s bij dit artikel zijn ­illustratief. Er kunnen flitsers of studiolampen gebruikt zijn.

Zoom Academy

Dit artikel komt uit de volledige Cursus Lichttraining door Michiel Fischer in Zoom Academy. Alles leren over de basis van fotografie en lichttraining? Bekijk de gehele cursus!

Zo leer je onder andere:

  • Wat je allemaal al kan met 1 lamp
  • Het maken van bijzondere portretten
  • Alles over verschillende lichtsoorten en lampen
  • Het gebruik van natuurlijk licht in de studio

Bekijk hier de volledige Cursus Lichttraining door Michiel Fischer.