Zelf de juiste witbalans bepalen voor beginners

6 februari 2023 08:31
redactiezoomnl

Veel fotografen stellen voor totale controle alles op de camera met hand in behalve de witbalans. Jammer. De kleurweergave van je foto’s bij het gebruik van de automatische witbalans is namelijk net zo onbetrouwbaar als automatisch belichting. Er valt veel te winnen door ook de witbalans zelf in te stellen.

Wat is witbalans eigenlijk? Bij het maken van een foto wordt de informatie over de kleuren vastgelegd in aparte opnames. De camera maakt drie opnames voor Rood, Groen en Blauw, weliswaar in één keer, maar wel gescheiden. Deze drie kleuren vormen in de sensor het witte licht dat wij midden op de dag zien. Afhankelijk van het type licht komen deze kleuren in verschillende verhoudingen voor. Daardoor krijgt de foto soms een rode of juist blauwe gloed. Zo geeft schaduw meer blauw licht en een gloeilamp meer geel licht. Elke lichtvorm heeft een eigen kleur. De witbalans van je camera neutraliseert deze door meer van een andere kleur toe te voegen.

dikken

Kelvin

De kleur van licht wordt meestal uitgedrukt in Kelvin (K). De schaalverdeling is precies gelijk aan de celciusschaal. Nul Kelvin staat gelijk aan -273° celcius. Een hoge kleurtemperatuur betekent meer blauw licht, bij een lage kleurtemperatuur is er meer rood licht. Normaal daglicht, wat wij aanzien als ‘wit’ licht, is ongeveer 6000K. Gloei- en halogeenlampen hebben een lagere kleurtemperatuur, 2700K voor gloeilampen, 3200K voor halogeen. Bij kwikdamplampen (tl-buizen/spaarlampen) en LED’s wordt de kleur anders gemaakt. Dan kan er ook een afwijking van de tint optreden; het kleurverloop is van groen naar paars (magenta). Voor foto’s buiten heb je te maken met direct zonlicht, 4600K, als warmste licht, en de kleurtemperatuur kan via 7000K bij bewolkt nog wat hoger oplopen als je onder een blauwe lucht foto’s maakt

Compenseren

Hieronder zie je het effect van de gekozen witbalans bij een foto, gemaakt bij gewoon daglicht. Je ziet dat de camera compenseert voor het licht dat hij verwacht. Zo is kaarslicht erg oranje, en om geen oranje foto te krijgen voegt de camera blauw toe. Andersop voegt de camera oranje tinten toe zodra je schaduw instelt in de camera.

Standaardinstellingen

Vrijwel alle digitale camera’s hebben hetzelfde rijtje instellingen voor de witbalans. De AWB, de automatische witbalans, is vooral handig als je geen tijd of zin hebt om op de kleurweergave te letten. Dan is er een reeks voorkeuzes voor bepaalde omstandigheden als daglicht, bewolkt en kunstlicht. Vaak zijn er ook één of meer instellingen voor tl-licht. Veel camera’s bieden de optie om zelf een kelvinwaarde te kiezen. Wanneer je werkt met een vaste instelling, vergeet dan niet om de witbalans te controleren en eventueel aan te passen als de lichtomstandigheden veranderen. Bij bijna alle camera’s kun je de voorkeuze-instellingen aan de eigen voorkeur aanpassen. Tot slot is er de mogelijkheid om zelf een witbalans aan te maken.

Veel mensen menen dat je in foto’s altijd waarheidsgetrouwe kleuren moet nastreven, maar feitelijk is dat een keuze. Je wilt die precieze kleurweergave als je producten fotografeert voor een webwinkel bijvoorbeeld. Soms ook als je een portret maakt. In andere situatie zul je de kleuren op de foto net iets anders willen, omdat je bijvoorbeeld ook de kleur van het licht wilt laten zien. Die kleur is namelijk erg belangrijk voor de sfeer van een opname.

Wanneer je je foto’s in raw schiet, is de automatische witbalans handig. Je kunt immers achteraf zonder kwaliteitsverlies de keuze voor de gewenste of juiste kleurweergave maken. Toch is het slim om bij het maken van de foto, ook in raw, een juiste witbalans te kiezen. Hoe meer je direct goed instelt, hoe minder tijd je achter je computer zit. Bij jpeg of video is de mogelijkheid om achteraf de kleur aan te passen veel beperkter.

foefski
Tijdens een dansavond verandert het licht zo snel dat je het beste in raw kunt schieten. Heb je die mogelijkheid niet, bekijk het dan per situatie. Bij een jazzavond met veel rode lichten zet je de witbalans op een lagere kelvinwaarde om de huidtinten van de bezoekers natuurlijk te houden. Een rockconcert met veel blauw licht kies je juist voor een hogere waarde.

Voorkeuze

Voor een grote regelmaat en zekerheid met betrekking tot de kleurweergave kun je het beste gebruik maken van de voorkeuze-instellingen. In het algemeen hebben camera’s de volgende voorkeuzes:

Automatisch

De camera bepaalt in deze stand zelf de witbalans. Handig voor als je niet precies weet wat witbalans is en hoe je het moet gebruiken. Sommige fotografen laten de witbalans juist bewust hier op staan wanneer ze fotograferen in RAW, zodat ze de witbalans later kunnen aanpassen zoals zij willen.

Flits

Als je een foto maakt met flits, kan deze er ietwat ‘koel’ en ‘blauw’ uitzien. Deze stand compenseert dit licht.

Schaduw

De schaduwpartijen zorgen vaak voor een koel belichte (blauwere) foto. Door de witbalans op de schaduwstand te zetten, worden de donkere schaduwkleuren wat warmer gemaakt.

Kunstlicht/lamp/gloeilamp

Deze voorkeuze wijkt wat betreft de resultaten een beetje af van de andere, omdat het resultaat neutraal is. Ofwel: de sfeer van het gele kunstlicht verdwijnt uit je foto’s.

Bewolkt

Bij vrijwel alle camera’s levert dit een gelige, warme weergave op door de rode kleur die toegevoegd wordt.

Schaduw. 

Bedoeld voor foto’s op een zonnige dag, in de schaduw van bijvoorbeeld een gebouw. Levert een erg warme kleurweergave op.

Daglicht

Is bedoeld voor op een zonnige dag buiten. Het effect is geen zuiver neutrale kleurweergave. Je ziet net de wat warme kleur van het zonlicht in je foto’s terug. De instelling werkt prima zolang de zon nog niet onder is. ’s Avonds zie je het licht steeds roder van kleur worden.

Handmatige Kelvinwaarde

Je kunt bij kunstlicht ook kiezen voor een instelling op een bepaalde Kelvinwaarde. Kunstlicht in de kamer is ongeveer 3000K. Door de Kelvinwaarde hoger in te stellen, bijvoorbeeld 4000K, worden je foto’s warmgeel van kleur.

Tl-verlichting

Vaak zijn er nog één of meer voorkeuze-instellingen voor tl-verlichting, maar die zijn niet altijd even nauwkeurig vanwege de grote verschillen tussen dat soort lampen.

emma
In dit makkelijke experiment zie je snel wat de verschillende witbalansen met de kleur van je foto doen. Probeer het zelf ook eens door een onderwerp met verschillende witbalansen te fotograferen. Je ziet snel al een enorm verschil.

Kalibreren

Als je de sfeer en de kleur van het licht juist helemaal niet in je foto’s wilt terugvinden, kun je je witbalans handmatig instellen. Dat kan ook uitkomst bieden bij een mengeling van buitenlicht en kunstlicht. Want wat kies je dan?

Als je handmatig instelt, geef je de camera een opname van een neutraal vlak onder de verlichtingsomstandigheden waarmee je wilt fotograferen. Het is dus een instelling die je voor elke plek en op elk moment opnieuw kunt aanmaken. Hoewel het principe altijd hetzelfde is, verschilt het instellen per camera. Je hebt in alle gevallen iets nodig dat kleurloos is, wit of grijs doet er niet toe. Een grijskaart werkt uiteraard het beste. Je kunt er behalve de belichting ook goed je witbalans mee instellen. Van de kaart maak je een foto op de plek en met het licht waarmee je wilt gaan werken. In de camera wijs je de foto van het neutrale vlak aan als referentie. De camera stelt de witbalans zo in dat dat neutraal ook precies neutraal op de foto komt. Bij sommige camera’s kan het sneller, je hoeft alleen maar vanuit de juiste instelling de camera op het neutrale vlak te richten en af te drukken, waarna alles goed staat ingesteld. Een enkele camera heeft er zelfs een speciale knop voor: je mikt de camera op het vlak en zodra je de knop indrukt, staat alles goed ingesteld. Deze neutrale weergave is geschikt voor reproducties, productfotografie en portretten.

Martine van Doorn-Bos
Het verschil tussen de automatische witbalans en de keuze voor schaduw

Creatief

De witbalans is iets technisch. Maar je kunt de techniek natuurlijk ook creatief inzetten. Om een bepaalde sfeer op te roepen bijvoorbeeld. Denk aan het extra blauw maken van avondopnames. Je kunt daarvoor een voorkeuze aanpassen of – wat waarschijnlijk handiger is – de witbalans op basis van een kelvinwaarde instellen. Een lagere kelvinwaarde levert een blauwere foto op.

Of neem een opname met twee verschillende kleuren licht. Je kunt de camera automatisch een saai gemiddelde laten instellen, maar een overtuigende keuze voor één van beide kleuren is vaak spannender. Je benadrukt dan heel sterk de andere afwijkende kleur. Kies je bij een interieur bijvoorbeeld voor het kunstlicht, dan verkleurt het licht buiten heel spannend blauw. Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat de balans in de hoeveelheid licht binnen en buiten een beetje in orde is.

Witbalans hulpmiddelen

Naast de grijskaart zijn er nog meer hulpmiddelen om je eigen witbalans in te stellen. Je hebt bijvoorbeeld de Witbalans Lensdop. Deze lensdop met een wit balletje in het midden. Je zet deze lensdop op je objectief en gaat met je rug naar het onderwerp staan en richt de camera met lensdop in de richting waar je wil fotograferen. Zo krijg je een goede witbalans-ijking waar overheersende kleuren in het onderwerp geen rol spelen. Het witte bolletje vangt namelijk al het licht dat op het onderwerp schijnt op. Nog een andere lensdop is de Vivicap. Met de lensdop op je objectief richt je je camera op de lichtomgeving die je wil fotograferen en stel je de kleurtemperatuur in.