7 tips voor interieur fotografie

14 maart 2023 09:47
redactiezoomnl

Aan de slag met interieur fotografie? Dan is het belangrijk om te weten waar de kijker zoal op let. Fotograaf Leonie van der Locht – Huijbers vertelt hoe zij te werk gaat.

1 – Benodigdheden

Voor interieurfotografie gebruik ik een body met groothoeklens, grijskaart, telelens en statief. Ik gebruik altijd daglicht en zelden flitslicht. Een statief is daardoor onmisbaar.

2 – Instellingen

Bij interieurfotografie maak ik een onderscheid in twee soorten fotografie. Overzichtsfoto’s van het gehele interieur en close-ups om de sfeer weer te geven. Bij overzichtsfoto’s wil je alles scherp hebben en bij de close-ups werk ik met veel onscherpte. Beide vragen om een andere instelling en objectief. Alles fotografeer ik in manuele stand zodat ik zelf invloed heb op het eindresultaat.

Bij de overzichtsfoto’s fotografeer ik meestal op statief met een klein diafragma (groot getal van F11 of hoger), ISO-waarde rond de 400 en de sluitertijd pas ik aan op de hoeveelheid licht. Daarom gebruik ik vaak een statief om bewegingsonscherpte in de foto te vermijden. Meestal fotografeer ik voor deze foto’s met de Canon 16-35mm F2.8L USM II. Ik probeer wel zo min mogelijk in de grootste groothoek te gaan zitten (16 mm) omdat ik de vertekening hierbij te groot vind worden.

Bij een close-up foto werk ik met veel onscherpte en gebruik ik een groot diafragma (een klein getal rond de F3.2), ISO-waarde rond de 400 en de sluitertijd pas ik aan op de hoeveelheid licht die ik heb. Ook hier gebruik ik wel eens een statief maar die heb ik hierbij wel minder snel nodig omdat ik bijna maximaal licht door mijn diafragma laat. Meestal fotografeer ik met de Canon 24-70mm F2.8L USM II en bij de close-ups zoom ik meestal in tot 70 mm.

Instellingen interieur fotografie met statief:

Overzicht: F11 of hoger, rond de 400 ISO, sluitertijd pas ik hier op aan.
Close – up: tussen de F3.2 – F5.6, rond de 400 ISO, sluitertijd pas ik hier op aan.

3 – Belichting

Voor interieurfotoshoots werk ik met daglicht. Als ik een foto maak met het raam in beeld, krijg je snel te donkere beelden. Dat komt doordat de camera het raam als een wit vlak ziet en hier een gemiddelde van neemt. Hij ziet dan zoveel licht dat hij het al snel overbelicht vindt. Maar het onderwerp dat ik wil fotograferen is dan nog steeds te donker. Als dit het geval is, overbelicht ik de foto. Op die manier krijg je toch een frisse en lichte foto.

Bij interieurfotografie vind ik het niet zo belangrijk wat er buiten te doen is en daarom vind ik overbelichten (witte) ramen juist mooi. Als je hiervoor met HDR werkt, dan word het voor mijn gevoel te nep.

4 – Lichtbronnen

Als er mooi sfeerlicht in een ruimte is; kijk dan of het mooi is deze aan te zetten in de foto. Vaak geeft dit een huiselijk effect. Soms zet ik ze niet allemaal aan maar kies ik in het beeld wat er mooi uit ziet. Heel af en toe laat ik ze ook allemaal uit.

Het is ook belangrijk dat je kijkt naar welke kleur er van de lichtbronnen af komt en welke je daarvan in de ruimte binnen laat. Zo is daglicht vaak blauw, lampenlicht vaak geel/rood en TL vaak groen. Laat je al deze lichtbronnen in een foto komen dan heeft dat een heel naar kleureffect. Je kan je witbalans ook niet kiezen op meerdere lichtbronnen en dan zal je dus digitaal moeten corrigeren. Óf je kijkt naar welke lichtbron je weg kan laten. Als je met een statief werkt, zal je ondanks het gebrek aan licht en met lange sluitertijden, geen problemen krijgen met beweging in je beeld.

5 – Styling

De styling bij interieurfotografie is vaak “less is more”. Een mooie, evenwichtige inrichting zorgt voor balans en komt strak over. Als de interieurstijl druk is, is het van belang om daar een “net rommeltje” van te maken. Zorg dat je dingen in balans brengt. Maak een foto en bekijk wat er stoort, waar je oog als eerste naar kijkt, waar een gat valt, of de foto recht is, of er te veel of te weinig in beeld is en of je wel de beste hoek hebt.

Je maakt van een 3D ruimte een 2D beeld. Dat geeft een ander effect omdat de diepte anders wordt. Schuif dingen die te dominant zijn eens op dezelfde lijn iets naar achter. Ze worden in verhouding kleiner maar lijken toch op bijna dezelfde afstand te staan. Je kunt hier hele leuke dingen mee uithalen die vanuit een andere hoek er in een keer heel raar uit zien.

Het is soms ook leuk om een bepaald kleuraccent terug te laten komen in de gehele interieurfotografie, maar zorg er wel voor dat dit niet elke keer dezelfde vaas met bloemen is. Dit gaat opvallen en daardoor irriteren en nep ogen.

Een terugkomend kleuraccent kan goed werken in een serie.

6 – Waar moet je op letten

Als je een interieurreportage maakt, zorg dan dat je details combineert met overzichten. Laat je alles in één overzicht zien of maak je er meerdere?

Probeer de sfeer van de styling te vangen in een close-up. Dit kan een grote vaas met bloemen zijn. Maar het kan ook een tak van een bloem zijn met een onscherp interieur in de achtergrond. Speel daar mee.

Kies de beste hoogte. Wat wil je in de foto laten zien? Fotografeer je vanaf ooghoogte, vanaf tafelhoogte of kantel je jouw camera om de bovenkant van het bed te laten zien? Kijk bij overzichtsfoto’s uit dat je niet te hoog gaat of gaat kantelen, want dat kan er soms heel raar uit gaan zien. Kies dan voor een overzicht en leg de sfeer met een extra detailfoto van bovenaf vast.

7- Backstage fotografie workshop Interieur

In dit filmpje zie je hoe ik een workshop geef aan twee interieurstylisten van Moa Interieur. Hierbij gebruik ik hun camera om te laten zien hoe zij dit zelf moeten instellen. Als je alles naar je eigen hand kunt zetten door zelf je instelling te kiezen, dan zie je dat de beelden er heel netjes uit komen te zien. Zelfs als het geen spiegelreflex is.