Inspiratie - Zo werk je met een telelens

26 november 2024 10:54
26 november 2024 05:53
Redactie Zoom.nl

Veel enthousiaste fotografen lopen op een bepaald moment tegen de grenzen van hun kitlens aan. Ze willen onderwerpen dichterbij kunnen halen, het liefst heel dichtbij! En dan kom je al snel uit bij een teleobjectief. Wat is een teleobjectief, hoe gebruik je die en welke mogelijkheden biedt het?

Een teleobjectief of telelens is een objectief met een grote brandpuntsafstand (zeg maar de vergrotingsfactor) en een kleine beeldhoek. Met een teleobjectief kun je onderwerpen die ver verwijderd zijn beeldvullend fotograferen en ongewenste elementen buiten beeld laten. In feite zie je het onderwerp als door een verrekijker. Teleobjectieven kun je voor de meest uiteenlopende soorten fotografie gebruiken. Uiteraard voor onderwerpen die lastig te benaderen zijn, zoals sporters op een sportveld of een racecircuit, schuwe dieren in de natuur of muzikanten op een concertpodium. Maar er zijn nog andere toepassingen, waaronder architectuur-, straat- en landschapsfotografie.

Dit artikel komt uit de volledige Cursus Lijnen en Perspectief in Zoom Academy. Hierin leer je alles over het vastleggen van architectuur en nog veel meer.

-Y1595c2oTi-XcJYHYzQVEg

Cor Otterspeer (corotterspeer)

Soorten

De verschillende soorten teleobjectieven hebben elk hun eigen toepassingen en voor- en nadelen.

  • Korte teleobjectieven (55-135 mm) zijn als allround lenzen ideaal voor portretten, huisdieren en straatfotografie. Ze zijn vaak goed betaalbaar, niet zo zwaar of groot en breed inzetbaar voor onderwerpen die goed te benaderen zijn. Het zijn echte multifunctionele werkpaarden.

  • Middellange teleobjectieven (135-300 mm) zijn geschikt voor wildlife (grotere zoogdieren en redelijk benaderbare dieren), landschappen, sportfotografie, evenementfotografie en macro. Deze objectieven variëren nogal in prijs. Zo zijn lichtsterke modellen vaak duur en zwaar, maar ze geven wel zichtbaar betere resultaten.

  • Superteleobjectieven (vanaf 300 mm) zijn geschikt voor sportfotografie van grote afstand (motorsporten en sporten in grote stadions), wildlife (erg schuwe of kleinere dieren) en vogelfotografie. Superteleobjectieven zijn vaak groot, erg duur en zwaar. Voor een optimaal resultaat heb je dan een statief nodig.

-VG10E8H0S8aMczWnBSJQEA

Niek Goossen (dikken)

Creatieve eigenschappen

Een teleobjectief heeft bepaalde creatieve eigenschappen. Zo kun je het perspectief in je foto’s ermee ‘platdrukken’. Met een teleobjectief lijkt alles in je zoekerbeeld vlak bij elkaar te liggen: onderwerpen die zich achter elkaar bevinden, kunnen zelfs even groot lijken. Daar kun je slim gebruik van maken als je bijvoorbeeld een landschap fotografeert. In een ‘platgeslagen’ scène krijgen structuren, vlakken, patronen, vormen en lijnen extra nadruk. Fotografeer je grote groepen dieren of mensen? Dan lijkt de groep ineens veel groter en massiever. Geoefende fotografen maken vaak gebruik van deze strategie.

-d6GrW5jhRT62eeQrcgCIFA

Sake van Pelt (sake-van-pelt)

Daarnaast kun je met teleobjectieven creatief spelen met de scherptediepte (de dichtstbijzijnde en verste punten die nog scherp zijn). Met een geringe scherptediepte vervaagt de voor- en achtergrond. Het onderwerp krijgt zo alle aandacht en spat van de foto af. Spelen met scherptediepte is erg belangrijk bij portretten, macro- en dierenfotografie. Het geeft je controle over je compositie. Probeer het zelf maar eens: fotografeer hetzelfde onderwerp eens met een groot diafragma (klein F-getal) en daarna met een klein diafragma (groot F-getal). Op de eerste foto is alleen het onderwerp scherp en zie je een wazige voor- en achtergrond. Op foto twee zal veel meer van je compositie scherp zijn. Bij een groothoekobjectief krijg je bij een groot diafragma ook onscherpte, maar met een teleobjectief is die scherptediepte veel kleiner. Je krijgt dus sneller een mooie wazige achtergrond.

-KjLue3ePTwa7x7EvJkuLjw

Marijn Alons (marijnalons)

Zoom versus Prime

Teleobjectieven kun je onderscheiden in zoomobjectieven en primes. Een zoomobjectief bevat in feite een hele serie brandpuntsafstanden. Een ‘prime’ heeft één vast brandpunt, zoomen kan dus niet. Een veelzijdig zoomobjectief lijkt daarom de beste keus. Toch gebruiken professionele fotografen meestal primes. Telezooms mogen dan veelzijdiger, goedkoper en laag in gewicht zijn, ze zijn ook vaak minder lichtsterk. Daardoor hebben ze in situaties met weinig licht (schemer, ochtendgloren, binnenshuis) veel langere sluitertijden nodig en dat maakt ze minder geschikt voor bijvoorbeeld sport, wildlife en evenementen. Ze kunnen de snelle actie immers niet goed bijhouden.

Primes zijn in de regel scherper, lichtsterker en focussen sneller. Ze zijn dus geschikter voor actiefotografie bij uitdagende lichtomstandigheden. Fotografeer je vaak vogels en actiesporten bij slecht licht? Spaar dan voor een prime. Fotografeer je hoofdzakelijk algemene onderwerpen bij daglicht? Overweeg dan de aanschaf van een zo lichtsterk mogelijke zoomlens en accepteer dat je niet altijd alles kunt vastleggen. Die keuze scheelt je veel geld en gezeul met grote lenzen.

Teleconverters; magische lensverlengers?

Een teleconverter of extender is een ring met daarin een lenselement die je tussen je objectief en je camera plaatst om de brandpuntsafstand te vergroten. De gangbare teleconverters vergroten die afstand met een factor 1,4, 1,7 of 2. Met een 1,4x-converter verander je 200 mm dus in 280 mm. Met een 2x-converter krijg je zelfs een 400mm-objectief.

Voordelen: converters wegen vrijwel niets en zijn een goedkope manier om meer vergroting te krijgen. Nadelen zijn er ook. Door de extra lenselementen van de converter treedt lichtverlies op. Met een 1,4x-converter is dat één stop, met een 2x-converter zelfs twee stops. Een objectief met een maximale opening van F 4 wordt met een 1,4x-converter een F 5,6-objectief en met een 2x-converter zelfs een F 8. Je sluitertijden worden daardoor dus behoorlijk langer en het risico op bewogen foto’s neemt toe.

Uit de hand

Teleobjectieven zijn gevoelig voor bewegingsonscherpte. Het stilhouden van een lang, zwaar objectief is niet eenvoudig. Je ademhaling, je hartslag, de wind, de temperatuur, de ondergrond, het gewicht en de lengte van je objectief: allemaal beïnvloeden ze je vaste hand. Door veel te oefenen kun je een vastere hand trainen, maar er is een grens. Probeer bijvoorbeeld tijdens het fotograferen zo rustig mogelijk adem te halen. Concentreer je op je ademhaling en druk af tussen twee diepe ademhalingen in. Dan beweeg je het minst en is de kans op bewogen foto’s het kleinst.

Een vuistregel bij teleobjectieven is dat je sluitertijd gelijk moet zijn aan of groter moet zijn dan de brandpuntsafstand van de lens. Een voorbeeld: als je met een lens van 200 mm fotografeert, zul je dus met een sluitertijd van 1/200 of sneller moeten werken. Doe je dat niet, dan loop je nog meer kans op bewogen foto’s.

-ftJTWEpkSESKFD8i06lYcw

Sake van Pelt (sake-van-pelt)

Statief

De meeste fotografen kunnen bij voldoende daglicht nog uit de hand fotograferen met een 300mm-objectief. Daarboven ontstaan de eerste problemen. Om dit tegen te gaan, zul je met een statief moeten werken, hoe onhandig je dit in het begin ook vindt. Wil je echt haarscherpe resultaten met je dure tele? Investeer dan in een goed statief en een goede statiefkop en oefen vaak en veel met de combinatie. Geoefende fotografen merken de last van een statief vaak niet eens meer.

-RTq1-02rT9CPWewEtvCu1w

Rene Siebring (SiebringPhotoArt)

Wil je toch uit de hand blijven fotograferen? Kies dan in ieder geval voor een objectief met een goede beeldstabilisatie. Kleine sensoren in je objectief signaleren ongewilde bewegingen en compenseren die. De modernste beeldstabilisatietechnologie werkt verbazend goed en heeft verschillende standen. Zo kun je bijvoorbeeld alleen verticale bewegingen laten corrigeren of juist bepaalde bewegingen toestaan, zoals het meetrekken van de lens bij vliegende vogels of raceauto’s!

Naast een stevig statief is ook een goede statiefkop essentieel om scherpe foto’s te kunnen maken met lange teleobjectieven. Bij statische onderwerpen als landschappen werkt een balhoofdkop het snelst en het meest praktisch.

Vergeet ook niet de beeldstabilisatie uit te zetten als je vanaf statief werkt! Sommige systemen raken in de war van weinig beweging en maken dan verkeerde correcties met als gevolg: onscherpte.

-CHYzsQX2SHWBQc7pDWOlrA

Marcel Braam (marbraam)

Iso-waarde

Je allerlaatste redmiddel om scherpe foto’s te krijgen wanneer je fotografeert met een teleobjectief, is het verhogen van de iso-waarde van je camera. Hiermee maak je de beeldchip lichtgevoeliger en dat zorgt weer voor kortere sluitertijden en scherpere foto’s. Bedenk wel dat dit een prijs heeft. Hoge iso-waarden maken je foto’s flets, en zorgen voor minder contrast en kleurruis. De beste aanpak is dus een combinatie van een goede ondersteuning, camerabeheersing en een behoudende iso-waarde!

Zoom Academy

Dit artikel komt uit de volledige Cursus Lijnen en Perspectief in Zoom Academy. Hierin leer je alles over het fotograferen van architectuur en nog veel meer.

Zo leer je onder andere:

  • Alles over lijnenspel en verdwijnpunten

  • De beste composities voor gebouwen

  • Welke camera’s en objectieven je kunt gebruiken

  • Een aantal extra creatieve trucs

Bekijk hier de volledige Cursus Lijnen en Perspectief.

Watch on YouTube