Selecties en de daarmee verwante maskers zijn enorm belangrijk als het op bewerken van foto’s in Photoshop aankomt. Ze stellen je namelijk in staat om aanpassingen op precies de juiste plek in het beeld aan te brengen, terwijl de rest van het beeldmateriaal netjes met rust wordt gelaten. Lokale bewerkingen dus, dit in tegenstelling tot globale bewerkingen waarbij je juist wel de volledige foto aanpakt.
Daarnaast kun je dankzij selecties zowel eenvoudige als complexe fotocomposities maken, waarbij je gedeelten van foto’s samenvoegt tot een compleet nieuw beeld. Waar je het ook voor inzet, het is wel belangrijk dat je nauwkeurige selecties maakt. Want alleen dan kun je een bewerking naadloos in de foto integreren. Laat Photoshop daar nu enorm veel hulpmiddelen voor bieden!
Oefenen
Je kunt Photoshop-technieken oefenen door je eigen foto's te gebruiken, of - als je nog geen geschikt beeld hebt in jouw collectie - door op stock-sites te zoeken naar beelden. Je kunt op bijvoorbeeld pexels.com gratis foto's vinden om zelf te bewerken.
Wil je dit onderdeel over selecteren precies meedoen? Download dan onze jpg-voorbeeldfoto, via: www.kwikr.nl/pssel1.
Selectiekaders
We beginnen met de wat meer traditionele selectie-gereedschappen. Deze maken nog geen gebruik van kunstmatige intelligentie (AI, oftewel Artificial Intelligence), dit in tegenstelling tot de modernste en meest geavanceerde gereedschappen die tegenwoordig ook in Photoshop zitten. Niettemin is het essentieel dat je weet welke er bestaan, hoe ze werken en welke mogelijkheden ze bieden, omdat ze erg krachtig zijn en nog steeds goed van pas komen. Zelfs als je de slimmere gereedschappen toepast die we straks gaan bespreken. Alleen al omdat je ze niet alleen losstaand kunt gebruiken, maar ook als aanvulling om bestaande selecties te verbeteren.
Misschien wel de eenvoudigste selectiegereedschappen van Photoshop zijn het Rechthoekig selectiekader en Ovaal selectiekader. Je vindt ze boven in de gereedschapskist die standaard aan de linkerzijde van het Photoshop-venster zit vastgeplakt. Of gebruik sneltoets M om het actief te maken, of Shift+M om tussen de twee gereedschappen te wisselen. Vervolgens trek je met ingedrukte muisknop een rechthoek of ovaal met de gewenste vorm en grootte om de selectie te maken. Doe je dit met ingedrukte Shift-toets, dan krijg je automatisch een vierkant of cirkel. Verder kun je tussendoor de spatiebalk ingedrukt houden om het kader naar de gewenste plek te manoeuvreren. Ook als de selectie klaar is, kun je het kader altijd nog verplaatsen door erbinnen te klikken en de muisknop vast te houden om het geheel verslepen.
Selectie uitbreiden
Het zal je verbazen in hoeveel foto’s je cirkels, ovalen, rechthoeken en vierkanten tegenkomt. Vooral in stedelijke omgevingen en bij architectuur, maar ook bij landschappen en in de natuur. Het leuke is dat je de gemaakte selectie eenvoudig kunt uitbreiden. Daardoor kun je ook complexere vormen selecteren. Hierbij kun je zowel selecties maken van volledig losstaande fotodelen, als delen die elkaar gedeeltelijk overlappen.
Om een extra gebied aan de huidige selectie toe te voegen houd je de Shift-toets ingedrukt voordat je opnieuw gaat slepen. Naast de muisaanwijzer verschijnt nu een plusteken. Zodra je sleept mag je deze Shift-toets meteen weer loslaten. Dat is ook nodig, om te voorkomen dat je altijd een vierkant of cirkel toevoegt. Overlap je de eerdere selectie, dan worden de twee netjes samengevoegd tot één grote selectie. Zo niet, dan heb je nu twee gemarkeerde gebieden in de foto. Sleep je zonder aan het begin op Shift te drukken, dan wordt de eerdere selectie ongedaan gemaakt en begin je dus weer opnieuw. Doe je dit per ongeluk en raak je daardoor een net door jou in elkaar gesleutelde selectie kwijt? Geen nood, kies Bewerken / Ongedaan maken (sneltoets Ctrl+Z) en je tovert het weer terug.
Selectie verkleinen
Gebruik de Alt-toets om een gedeelte uit de huidige selectie te halen. Nu zie je een minteken naast de muisaanwijzer. Zo maak je bijvoorbeeld een vierkant met een rond gat in het midden, of je maakt er een plusteken of een Tetris-blokje van. Echt overal kun je stukjes beeldmateriaal aan jouw selectie toevoegen of er weer vanaf knabbelen. Net als daarnet mag je tijdens het slepen de Shift-toets gebruiken om een perfecte cirkel of een vierkant weg te snijden en met de spatiebalk erbij verschuif je (alleen!) het nieuwe kader.
Er is nog een laatste variant om een bestaande selectie te veranderen: houd de Shift-toets én de Alt-toets ingedrukt voor je begint te slepen om een doorsnede te maken. Je houdt dan alleen het gebied over waar het nieuwe kader en jouw eerder gemaakte selectie elkaar overlappen. Dus stel dat je eerst een perfecte cirkel maakt, dan kun je dat daarna in één keer in een ‘taartpunt’ (zoals een kwartcirkel) veranderen door vanuit het middelpunt een rechthoek naar buiten te trekken. Om een cirkel of vierkant te maken laat je tijdens het slepen de Shift-toets eventjes los en druk hem daarna meteen weer in.
Duizelt het jou een beetje met al die toetscombinaties om selecties te vergroten, te verkleinen en doorsnedes te maken? Geen nood, je kunt jouw keuze ook aangeven in de werkbalk van deze gereedschappen.
Andere vormen
Heb je een andere geometrische vorm nodig dan een rechthoek, vierkant, ovaal, of cirkel? Dat kan! Ga naar Selecteren / Transformatie selectie, klik met rechts op de foto, kies een actie en sleep met de ankerpunten van het blauwe kader om jouw selectie de gewenste vorm te geven of de grootte ervan te veranderen. Alleen al met de acties Schalen, Roteren, Schuintrekken en Vervormen zijn de ingewikkeldste geometrische vormen te maken. Pas wel op dat je hier niet het gereedschap Vrije transformatie (sneltoets Ctrl+T) voor gebruikt, want die past het onderliggende beeldmateriaal aan, in plaats van het selectiekader.
Lasso's
Om objecten met een meer willekeurige, grillige, of ingewikkelde vorm te selecteren kan de Lasso prima gebruikt worden. Ook die vind je weer in de gereedschapskist, of je gebruikt de sneltoets L (of Shift+L) om hem direct te activeren. Er bestaan drie varianten van. Met de gewone Lasso volg je met ingedrukte muisknop de omtrek van het object, tot je weer bij het beginpunt bent aanbeland (te zien aan het rondje dat naast de muisaanwijzer verschijnt).
Bij de Veelhoeklasso voeg je met elke klik een recht lijnstuk toe, waardoor je niet met de hand de volledige omtrek hoeft in te tekenen. Bij objecten die grotendeels uit rechte stukken bestaan, ben je zodoende met een beperkt aantal muisklikken lekker snel klaar, terwijl je bij een onregelmatiger object kleinere stapjes zet om zo secuur mogelijk de omtrek te blijven volgen. Druk op Delete om een foutief geplaatst punt meteen weer weg te halen.
De Magnetische lasso pakt het slimmer aan, want na de eerste muisklik om het beginpunt aan te geven, volg je met de muispijl gewoon de omtrek van het object. Photoshop zal zelf de randen voor je opzoeken en brengt daar automatisch markeringen aan. Dat maakt het selecteren van grillige vormen en krommen (rondingen) een heel stuk makkelijker. Tussendoor zelf een markering plaatsen mag ook altijd nog door tussendoor even een muisklikje te geven.
Automatisch selecteren
Het gereedschap Snelle selectie (sneltoets W) is al een heel stuk intelligenter dan de tools die we tot nu toe gebruikt hebben. Hiermee klik je op of sleep je over het gebied dat je wilt selecteren. Dat hoef je niet overdreven precies te doen, want het gereedschap zal zelf de randen van het object voor je opzoeken. Daarmee is dit ideaal om zaken van allerlei vormen en soorten te selecteren.
Om extra beeldmateriaal aan de selectie toe te voegen, herhaal je dit zo vaak je wilt, je hoeft niet de Shift-toets ingedrukt te houden zoals bij de eerdere gereedschappen. Een selectie uitbreiden is daarmee enorm eenvoudig en je kunt het daardoor stap voor stap opbouwen. Is er te veel beeldmateriaal geselecteerd? Klik of sleep met ingedrukte Alt-toets om dit weer te verwijderen. Middenin de penseelpunt zie je een plusteken of minteken als teken van welke actie ondernomen wordt.
Bijpunten
Hoe duidelijker de randen gedefinieerd zijn, hoe sneller, makkelijker en nauwkeuriger Snelle selectie werkt. Ontstaat er verwarring omdat bijvoorbeeld het object en de omgeving erg detailrijk zijn of ongeveer dezelfde kleur hebben? Dan pakt dit gereedschap soms te veel of te weinig materiaal op en kan het nog behoorlijk lastig zijn om dit alsnog in goede banen te leiden. In plaats van tot in het oneindige te blijven klikken en vegen, in de hoop dat Photoshop uiteindelijk een keer het juiste doet, kun je de selectie dan beter met een alternatief gereedschap verfijnen, zals de Lasso of Veelhoeklasso.
Stel dat Snelle selectie steeds over de rand kijkt en daardoor een deel van de achtergrond meeneemt. Schakel dan over naar (bijvoorbeeld) één van de lasso’s en volg alleen waar het fout gaat zelf de contouren van het object. Daarna trek je een ruime lus rondom het foutief geselecteerde beeldmateriaal om dit alsnog uit het selectiekader te verwijderen. Of andersom: is ergens een stuk van het onderwerp gemist? Voeg dit dan op eenzelfde manier toe aan de selectie.
Toveren
Er is nog een wat in vergetelheid geraakt gereedschap waarmee je redelijk snel egale vlakken kunt selecteren en dat is de Toverstaf. Deze is net als Snelle selectie bereikbaar via sneltoets W (of Shift+W om over te schakelen van de andere gereedschappen in die groep). Hoewel het op zich best handig werkt voor min of meer egaal gekleurde vlakken zoals een lucht, muur, of wateroppervlak en het goed is om hiervan op de hoogte te zijn, is het veel modernere Snelle selectie tegenwoordig de betere keuze voor dit soort klusjes. Niettemin kom jij misschien een keer een situatie tegen waarin juist de toverstaf een uitkomst is.
Objecten selecteren
Een nieuw en enorm slim selectiegereedschap is Tool Object selecteren. Dat vind je ook weer terug onder dezelfde sneltoets W. Ditmaal laat je gewoon de muispijl boven het object zweven dat je wilt selecteren, waarna dit paars kleurt (blauw in eerdere Photoshop-versies) zodra het door Photoshop herkend is. Heb je de foto nog maar net ingeladen, dan kan het even duren voordat een object paars kleurt. Photoshop moet het beeld namelijk eerst analyseren om te ontdekken wat er allemaal op te zien is. Op een krachtige computer gaat dat uiteraard een stuk sneller.
Beweeg je de muispijl vrij over de foto, dan zie je duidelijk hoe het ene na het andere voorwerp tijdelijk paars oplicht als teken dat het gedetecteerd is. Om een onderwerp te selecteren, klik je erop en verschijnt daar het bekende selectiekader omheen. Om extra objecten aan de selectie toe te voegen, klik je met ingedrukte Shift-toets, terwijl je het er met de Alt-toets weer uit kunt halen. Voor de duidelijkheid zie je naast de muisaanwijzer weer een plusteken of minteken.
Ook nu worden objecten zeker niet altijd loepzuiver geselecteerd, al werkt het meestal opmerkelijk goed en scheelt het je echt heel veel handmatig selectiewerk. De selectie bijwerken om het perfect te krijgen, kan daarna altijd nog met een van de eerdergenoemde gereedschappen, zoals Snelle selectie of de lasso’s.
Wil je een onderwerp zoals een auto op een andere manier bewerken dan de omgeving waarin dit voertuig staat? Dan kun je de selectie altijd nog omkeren, waardoor je beide een bewerking op maat kunt geven. Een selectie omkeren kan ongeacht met welke gereedschappen deze gemaakt is via Selecteren / Selectie omkeren, of gebruik sneltoets Shift+Ctrl+I.
Onderwerp selecteren
Het gereedschap Tool Object selecteren geeft je de vrijheid om een object naar keuze te selecteren dat zich ergens in de foto bevindt. Denk aan auto’s, personen en allerlei grote en kleine voorwerpen. Vanaf de nieuwste versie (Photoshop 2023) worden er zelfs aanzienlijk meer dingen herkend dan voorheen. Denk aan bergen, luchten, water, wegen, gebouwen, huizenblokken, planten, bomen en ga zo maar door. In de toekomst wordt er vast alleen maar meer automatisch gedetecteerd, dus kijk vooral na elke update even wat er allemaal extra mogelijk is geworden. Gewoon door wat verschillende soorten foto’s in te laden en hier met Tool Object selecteren actief met de muis overheen bewegen om te zien wat er paars oplicht.
In de optiebalk van de drie selectiegereedschappen Tool Object selecteren, Snelle selectie en Toverstaf vind je dan ook nog een knop Onderwerp selecteren, waarmee je het helemaal aan Photoshop overlaat om zelfstandig het hoofdonderwerp van deze foto op te sporen en voor jou te selecteren. Ditmaal kan en mag je dus niets zelf aanwijzen met je muis, waardoor het niet voor elke foto het meest effectieve gereedschap is. Een andere route om dit slimme gereedschap aan te roepen is via Selecteren / Onderwerp. Meteen even als tussendoortje: via Selecteren / Lucht kun je in één keer een selectie maken van de volledige lucht, ook als die niet aaneengesloten is.
Lokaal of in de cloud
Standaard wordt het zware rekenwerk om een object of onderwerp te selecteren door jouw eigen computer uitgevoerd, maar je kunt er ook voor kiezen om dit aan de krachtige cloud-servers van Adobe uit te besteden. Dan kan door in de werkbalk via het pijltje achter Onderwerp selecteren te kiezen voor Cloud (gedetailleerde resultaten). Daarmee ontlast je de computer flink, wat vooral merkbaar is als het een traag exemplaar betreft. Daarnaast zal de selectie in veel gevallen nauwkeuriger zijn. Je moet natuurlijk wel online zijn als je dit via de cloud laat doen.
Let erop dat deze optie steeds terugspringt naar de standaardinstelling Apparaat (snellere resultaten), dus je moet het telkens zelf inschakelen. Of regel dat dit de standaard wordt via Bewerken / Voorkeuren / Afbeelding verwerken met de optie Verwerking Onderwerp selecteren. Nieuw vanaf Photoshop 2023 is dat je via de optie Verwerking selecties over kunt schakelen van Sneller naar Stabieler mocht je stabiliteitsproblemen ondervinden tijdens de lokale verwerking.
Zoekgebied beperken
In de werkbalk van Tool Object selecteren kun je de optie Object zoeken uitschakelen als je wilt voorkomen dat doorlopend objecten onder de muispijl paars oplichten. Dat kan namelijk erg onrustig zijn als je veel met de muis beweegt en op dat moment even niets wilt selecteren.
Daarnaast is het dan een stuk makkelijker om op een alternatieve manier objecten te selecteren, namelijk door een selectiekader rondom het gebied te slepen waar jij wilt dat Photoshop naar objecten zoekt. Zo kun je een stuk nauwkeuriger aangeven waar het jou om gaat en selecteert Photoshop het alsnog geheel automatisch voor je. Bijvoorbeeld één huis in plaats van een compleet huizenblok, of alleen de motorkap en niet de volledige auto. Bij Modus schakel je tussen Rechthoek en Lasso, afhankelijk van wat in een bepaalde situatie het beste werkt.
Andersom kun je met Alle objecten weergeven (pictogram van een vierkantje met drie blokjes erin) in één keer alle door Photoshop gedetecteerde objecten paars laten oplichten, waarna je ze op de bekende manier kunt selecteren, dus met een muisklik. Let erop dat dit een schakelaar is: je moet het knopje daarna dus weer uitklikken. In de nieuwste versie van Photoshop is het wel een beetje verwarrend geworden. Er worden nu namelijk zoveel objecten gedetecteerd, dat vaak nagenoeg de hele foto paars kleurt.
Selecteren en maskeren
Via de knop Selecteren en maskeren die je in de optiebalk van elk selectiegereedschap vindt, is het mogelijk om elke selectie tot in de puntjes te finetunen. Je komt hier ook via Selecteren / Selecteren en maskeren (sneltoets Alt+Ctrl+R). Je moet dit vooral zien als een speciale werkruimte waarin allerlei selectiegereedschappen samenkomen. Je mag het eventueel ook aanroepen voordat je een selectie hebt gemaakt.
Je kunt hier zelf kiezen op welke manier het geselecteerde gedeelte van de foto wordt geaccentueerd. Dat doe je door een van de vele varianten te kiezen bij Weergave in het deelvenster Eigenschappen aan de rechterzijde, zoals Geanimeerd, Bedekken, Op zwart, of Op wit.
Aan de linker schermrand vind je gereedschappen zoals Snelle selectie en Tool Object selecteren, waardoor je vanuit één en hetzelfde scherm gemakkelijk beeldmateriaal of objecten aan de selectie toevoegt of deze er weer uithaalt. Erg handig is dat je ook voor een gewoon Penseel kunt kiezen, om zelf over de stukjes beeldmateriaal te schilderen of erop te klikken die je erbij of eruit wilt hebben. Zo heb je de bewerking echt volledig in eigen hand.
Randen verfijnen
Met het Penseel Randen verfijnen schilder je over rafelrandjes die nog niet helemaal goed in de selectie zitten, zoals haren of gebladerte, om ook deze fijne details toe te voegen. Dat werkt vooral goed bij zoiets als haren of takjes die tegen de lucht of een andere contrasterende achtergrond afsteken. Zoals met elk penseel stel je de penseelgrootte in met de vierkante haken [ en ]. Bij Verfijnmodus (in het deelvenster Eigenschappen) kies je Behoud van kleur als de achtergrond een contrasterende kleur heeft, of Behoud van object als de achtergrond complexer is en daardoor minder goed afsteekt tegen het te selecteren object.
Wil je op een makkelijke haren of een dierenvacht verbeteren? Klik dan op de knop Haar verfijnen in de optiebalk, waarna Photoshop (hopelijk) alle individuele haren of vezels erbij pakt. Daarna kun je het resultaat altijd nog met de hand verder optimaliseren via het Penseel Randen verfijnen.
Zachte overgangen
Om het geselecteerde fotodeel zo te bewerken of uit te knippen, zonder dat overduidelijk te zien is dat de foto door jou is bewerkt, is het verstandig om een klein verloop langs de selectieranden aan te brengen. Dat kan in één keer via de Doezelaar. Bij sommige selectiegereedschappen vind je de optie Doezelaar terug in de optiebalk en dan stel je het in voordat je aan de selectie begint. Bij de overige gereedschappen breng je het pas naderhand aan via Selecteren / Bewerken / Doezelaar, dus op het moment dat de selectie is voltooid. Bij Selecteren en maskeren vind je het terug als schuifregelaar Doezelaar in het deelvenster Eigenschappen en zie je meteen welk effect het heeft op de selectie.
Bij de doezelaar geef je de breedte in pixels op rondom de rand van de selectie. Dat zal dus als een verloop gaan dienen, waardoor de bewerking geleidelijk afloopt, in plaats van abrupt stopt waardoor een duidelijke scheidingslijn ontstaat. Wanneer je een stukje van een foto dupliceert of verplaatst naar een andere laag of een ander document in Photoshop, is het storend als je nog een hint van de omgeving langs de randen van het object ziet.
Dit kun je oplossen door voordat je de doezelaar gebruikt, de selectie eerst een fractie te verkleinen. Het verloop blijft dan beter binnen de grenzen van het object. Andersom kan het verloop meer naar de buitenranden verplaatst worden, waardoor je bijvoorbeeld een soort gloed krijgt. Dat is met name een optie als het om een neutraal of egaal gekleurde achtergrond gaat. Verkleinen of vergroten van een selectie kan heel makkelijk door bij Selecteren / Bewerken te kiezen voor Slinken of Vergroten.
Aan de slag
Zodra je een gedeelte van de foto hebt gemarkeerd, kun je hier iets mee gaan doen, zonder het overige beeldmateriaal aan te tasten. Lokaal bewerken dus. Kies bijvoorbeeld voor Laag / Nieuw / Laag via kopiëren (sneltoets Ctrl+J) om het gebied binnen de markering naar een nieuwe laag te kopiëren. Of ga voor Laag / Nieuw / Laag via knippen om het materiaal hiernaar te verplaatsen en zo een ‘gat’ in de originele laag achter te laten. Via Laag / Laag dupliceren kun je het geselecteerde gebied zelfs rechtsreeks naar een andere foto (document) kopiëren die je momenteel in Photoshop geopend hebt.
Werk je met meerdere lagen waarin zich beeldmateriaal bevindt, een samengestelde afbeelding dus? Weet dan dat je met de gereedschappen Tool Object selecteren, Snelle selectie, de Toverstaf en bij Selecteren en maskeren via de optie Monster nemen van alle lagen kunt aangeven of naar het beeldmateriaal uit al deze lagen gekeken moet worden tijdens het opbouwen van de selectie, of alleen maar naar de huidige actieve laag.
Nieuw vanaf Photoshop 2023 is dat zolang je het Tool Object selecteren actief hebt, je een geselecteerd object in één klap uit de foto kunt wegtoveren door op Shift+Backspace te drukken. Doordat hier ‘verwijderen met behoud van inhoud’ voor wordt ingezet, zou het voorwerp nagenoeg onzichtbaar uit de foto moeten verdwijnen. Mocht een van de overige selectiegereedschappen actief zijn, dan krijg je vooralsnog het venstertje Vullen te zien. Kies dan Inhoud behouden bij Inhoud.
Van selectie naar masker
Selecties en maskers hebben enorm veel met elkaar te maken. Zodra een selectie actief is, kun je namelijk één of meer aanpassingslagen toevoegen om alleen dat gedeelte van de foto te bewerken. Daardoor hoef je dit beeldmateriaal niet eerst naar een nieuwe laag over te brengen. Het volstaat namelijk om een masker te maken dat de rest van de foto afdekt, zodat dit niet wordt aangepast door de bewerking(en) die je wilt gaan uitvoeren. Dit doe je door de gewenste bewerking te kiezen via Laag / Nieuwe aanpassingslaag, of door op het pictogram Nieuwe opvullaag of aanpassingslaag maken onder in het lagen-palet te klikken.
Zodra je dit doet, wordt de actieve selectie automatisch omgezet in het laagmasker dat nodig is om de bewerking lokaal te houden. Superhandig, want zo kun je een hele rits bewerkingen aanbrengen die allemaal op dezelfde selectie gebaseerd zijn, zonder dat je steeds opnieuw dit beeldmateriaal moet selecteren. Voor de volledigheid: alles wat wit is in een laagmasker wordt aangepast in de onderliggende foto en de zwarte gebieden worden volledig met rust gelaten. Meer over aanpassingslagen lees je in het hoofdstuk over Photoshop Boosters.
Gaat het om een foto waarin bijvoorbeeld een groepje mensen, dieren of voorwerpen te zien is? Dan is het mogelijk om via Laag / Alle objecten maskeren hier in één klap maskers van te laten genereren, die je vervolgens terugvindt in het lagenpalet. Dan hoef je ze dus niet per stuk te selecteren en hier een masker van te maken.
Opnieuw selecteren
Zodra je een aanpassingslaag toevoegt, wordt de selectie dus omgezet in een laagmasker en daarna is de selectiemarkering plotseling verdwenen. Wat nu? Hoe voeg je extra aanpassingslagen toe? Uiteraard hoef je de selectie niet steeds opnieuw op te bouwen. Klik gewoon met ingedrukte Ctrl-toets op het maskertje van de eerdere aanpassingslaag en je hebt de selectie meteen weer terug.
We hebben al laten zien dat je via Selecteren / Selectie omkeren (sneltoets Shift+Ctrl+I) een selectie eenvoudig kunt omkeren. Dit trucje kun je nu perfect gebruiken om via aanpassingslagen het hoofdonderwerp en de omgeving volledig onafhankelijk van elkaar te bewerken.
Maskers bijwerken
Ben je toch niet helemaal tevreden over een laagmasker? Dan kun je dit dus altijd weer omzetten in een selectie om die vervolgens verder onder handen te nemen. Wat ook kan, is het laagmasker zelf met de kleur wit of zwart bijkleuren tot het je wel bevalt. Daar gebruik je het gewone Penseel voor (sneltoets B). Een handigheidje is dat je met sneltoets D in één keer zwart instelt als voorgrondkleur en wit als achtergrondkleur, waarna je dit via sneltoets X steeds eenvoudig omwisselt. Klik altijd eerst op het masker in het lagenpalet om dit actief te maken. Daar verschijnt vervolgens een wit kadertje omheen.
Zorg verder dat er geen selectie actief is in de foto! Daarna kun je met het penseel over de foto schilderen om het masker te verbeteren.
Wil je een mooie gelijkmatige selectie-overgang maken (een verloop), of ergens de transparantie van het masker verlagen? Dat kan door de intensiteit van het penseel te verlagen. Met Dekking in de optiebalk geef je de maximale dekking van het penseel aan. Tijdens het schilderen kan de dekking nooit hoger worden dan het opgegeven percentage. Wel kun je door de muisknop tussendoor even los te laten nogmaals ergens overheen schilderen om het effect te stapelen en dus de totale dekking te vergroten. Een alternatief is Strm (stroming). Dit lijk veel op dekking, behalve dat je de totale dekking ditmaal tijdens één schilderactie kunt doseren door vaker over hetzelfde gebied te gaan. Als alternatief zou je een grijstint kunnen instellen, maar dat is vaak meer werk.
Snelmaskermodus
Heb je een actieve selectie in de foto waar je liever met de hand aan verder sleutelt? Kies dan onder in de gereedschapskist voor Bewerken in Snelmaskermodus (sneltoets Q). Het niet-geselecteerde gedeelte van de foto kleurt nu rood. Dat is dus als het ware gemaskeerd. Vervolgens schilder je net als daarnet (toen we een masker aanpakten) met een wit of zwart penseel stukjes foto in of uit de selectie. Ook nu weer kun je zowel de dekking als de stroming veranderen. Klik op Bewerken in Standaardmodus (dezelfde sneltoets) om terug te keren naar het gewone beeld en je ziet meteen de aangepaste selectiemarkering. Je kunt eenvoudig zien of snelmaskermodus actief is, want dan krijgt deze laag een rode achtergrond in het lagenpalet.
Alles of niets
Moet er erg veel beeldmateriaal geselecteerd worden? Dan is het soms makkelijker om eerst het volledige beeld te selecteren, waarna je de ongewenste stukjes eruit haalt met een gereedschap naar keuze. De volledige foto selecteren doe je via Selecteren / Alles (sneltoets Ctrl+A). Een selectie in één klap ongedaan maken kan met Selecteren / Deselecteren (sneltoets Ctrl+D). Vergis je je een keer, dan tover je de laatst gemaakte selectie gewoon weer terug via Selecteren / Opnieuw selecteren (sneltoets Shift+Ctrl+D).
Het maken van een nauwkeurige selectie kan nog best veel tijd en moeite kosten en niet zelden heb je er meerdere per foto nodig. Daarom is het wel zo handig dat je ze kunt opslaan voor later gebruik. Dat doe je via Selecteren / Selectie opslaan en door de selectie een naam te geven. Daarna kun je het altijd weer ophalen met Selecteren / Selectie laden. Sla je de foto op als een psd-bestand, dan worden ook jouw opgeslagen selecties hier netjes in bewaard. Zijn er laagmaskers aanwezig, dan kun je deze sowieso altijd omzetten in selecties, dat heb je eerder gezien.
Meer leren?
Wil je nog veel meer leren over bewerken in Photoshop? Volg dan onze nieuwe Zoom Academy cursus Photoshop in de Praktijk (2023), of bekijk onze livestream waarin we de nieuwe functies in Photoshop uitleggen en laten zien.
Hieronder bekijk je onze update over alle nieuwe functies in Photoshop!
